tanjapeeters.reismee.nl

De Zambiaanse keuken

In deze blog zal ik jullie meenemen in de keuken van Zambia. Want ja het is toch wel heel anders dan in Nederland. Er is minder variatie maar hierdoor leren we goed creatief omgaan met de dingen die we hebben. Aangezien wij, voor de begrippen van hier, veel geld hebben, kunnen we ‘heerlijke’ gerechten maken en komen we niets te kort. We proberen met 150 kwacha per dag (ongeveer 16 euro) uit te komen voor 7 personen. Hier zit dan alles in: ontbijt, lunch, avondeten, beleg en drinken. Deze 150 kwacha is voor de begrippen van hier enorm veel. Zeker als je je bedenkt dat sommige mensen enorm blij zijn als ze 150 kwacha verdienen in een week en sommige zelfs in de maand. Doordat we een redelijk ruim budget hebben komen we niets te kort en kunnen we met de dingen die we hebben toch nog heel wat maken. We zijn, voor het avondeten, aangewezen op: pasta, rijst, aardappelen of nshima. Dit laatste: Nshima is het hoofdvoedsel van de lokale bevolking. Het wordt ook veel in andere zuid Afrikaanse landen gegeten. Je kunt het zien als de aardappelen in Nederland of de rijst in Azië. Nshima is maïsmeel wat gemaakt wordt met alleen water. Het maïsmeel is enorm goedkoop en handig te gebruiken. Een zak van 5 kilo kost 15 kwacha (nog geen 2 euro). Een gezin van 4 personen kan van die zak bijna een maand lang 2 keer per dag eten. De bereiding is in principe ook erg gemakkelijk. De lokale bevolking zetten een pan water op brandende houtskool (het kan ook gewoon op de kookplaat). Als het water kookt wordt er maïsmeel bij gedaan en na heel stevig roeren met een lange houten lepel heb je nshima. Het smaakt eigenlijk nergens naar, maar inmiddels zijn wij er wel aan verslaafd geraakt. Dit komt eigenlijk meer omdat we er enorm veel chilisaus en tomatenprutje bij eten.Ik denk dat ik dit gerecht nog zelfs ga missen in Nederland.De nshima wordt gegeten met de natural fork: je rechterhand. We gebruiken geen vorken of messen maar je pakt een klein stukje nshima en kneedt dit met je vingers. Vervolgens maak je een klein kuiltje en doop je dit in de tomatenprutje en groente en/of vlees. Het tomatenprutje wordt gemaakt met gesneden tomaten en uitjes die gekookt worden. Als groente gebruiken we vaak pompoenbladeren of bonen en wortelen. De lokale bevolking halen dit vaak uit eigen tuin. Wij halen het meestal bij de markt. Ook het vlees wat wij erbij eten is anders dan wat de lokale bevolking eten. De lokale bevolking eten vaak gebakken kip erbij. Wij eten vaak gehakt met de bonen en wortelen er doorheen. Als toetje eten we vaak marshmallows die we verwarmen aan een stokje bij de houtskool. Alsof we niet al vol genoeg zitten van al die nshima...


Doordat we weinig variatie hebben in de hoofdingrediënten worden we wel steeds creatiever met de andere ingrediënten. Zo heb ik weer heel wat nieuwe ideeën voor in Nederland. Soms proberen we de lokale producten, zoals pompoenbladeren. In Nederland groeien deze ook en zou ik er nooit op komen om deze te eten maar hier hebben we ze al vaker uit de eigen tuin gehaald. Toch houden we ook nog wel eens vast aan de vaste dingen die we in Nederland ook hebben, alleen dan met een andere twist. We hebben laatst bijvoorbeeld rijstepap gemaakt met gewone rijst en vanillesiroop. Ook hebben we arretjescake gemaakt zonder cacao maar dan met chocomelkcacao. Allebei erg lekker en voor herhaling vatbaar.


Op de markt kun je verschillende producten halen. Het aanbod is vrij groot, maar voor Nederlandse begrippen vrij klein. Je vind er van alles zoals: aardappels, zoete aardappelen wortelen, sperziebonen, veel andere soorten bonen, uien, tomaten, maiskolven, suikerrietstengels, witte kool, groene paprika, Chinese Kool, avocado’s, verschillende soorten vissen en rupsen (Ja die rupsen moeten we nog steeds proberen, dit staat voor volgende week op het programma).


Het fruit wat je op de markt veel ziet zijn: appels, bananen en sinaasappels. Soms ligt er ook seizoen fruit. Zoals bijvoorbeeld watermeloenen. Voor een enorme watermeloen van zeker 5 kilo betaal je dan nog geen 2,5 euro.


Zo nu en dan zien we op de markt bepaalde groente of fruit liggen die we nog nooit eerder gezien hebben. Heel af en toe durven we het aan en proberen we deze groente of fruit. Zo hadden we laatst een soort van stekelachtige pompoen. Het bleek een soort komkommer te zijn en inderdaad het smaakte er ook naar, alleen dan wat zuurder.


In Nederland is het ‘normaal’ om op de markt af te dingen als je meer koopt. Hier vragen we om Basera. Als we meer kopen en we vragen hierom krijg je vaak iets extra’s zoals bijvoorbeeld een extra sinaasappel of een extra handje sperziebonen. Soms levert dit ook wel bijzondere situaties op. Veel markvrouwen moeten lachen als de blanke om Basera vragen. Je hoort ze dan tegen de buurvrouwen zeggen: Aaah azungu wil basera. Azungu betekend blanke. Zo nu en dan willen ze geen Basera geven omdat je te weinig gekocht hebt. Wij als echte Hollanders vragen er toch na want sjaa alles wat je gratis krijgt is meegenomen. Sommige zeggen dan: I don’t speak English. Wij moeten natuurlijk dan net zo hard lachen aangezien we om Basera vragen en Basera een heel Zambiaans woord is!


In Nederland riep ik: In Zambia ga ik een kip slachten! Now ik zal jullie nu alvast vertellen… ik heb het toch niet gedaan en ga ’t ook niet meer doen. Maar twee weken geleden was het plan om een kip te gaan slachten. We waren met z’n 3e (Britt, Angela en ik) die het wel eens wilde proberen maar we konden niet tegelijk de kip slachten. Dus er moest 1 vrijwillig als eerste aanbieden. Angela wilde het wel als eerste proberen. Dus daar gingen we opzoek naar een kip die we konden slachten. De kok van de bisschop wilde ons wel helpen maar moesten we zelf een kip kopen. Op de markt kochten we een kip voor 20 kwacha (ong. 2,5 euro). De markt is op ongeveer 20 minuten lopen van ons vandaag dus moesten we met de kip over straat. Wat een gedoe want we wilde de kip toch goed vasthouden maar we wilde natuurlijk niet dat hij ons zou onder poepen dus daar moesten we ook nog op letten. Maar na een lachwekkende 20minuten lopen kwamen we aan bij het huis van de bisschop waar de kok op ons stond te wachten. Na de voorbereidingen etc. heeft Angela de kip kunnen slachten. Het koste d’r toch wat meer moeite want het mes bleek een beetje bot te zijn en de kop een beetje stug. Maar nadat de kop eraf was begon pas het werk. Jeejtje wat een gedoe een kip slachten. Wij, stelletje Hollanders en verwende nesten die kippenpootjes of kippenfilet kopen in de winkel, hadden gedacht: Hup kip slachten en 10 minuten later kunnen we, met kip en al, richting huis om deze later de avond te gaan koken. Maar dit viel toch wel even tegen. We hadden niet gedacht dat het zoveel werk was om de kip kaal te plukken, vervolgens alle organen etc. eruit te halen en om ‘m volledig klaar te maken voordat we de kip konden eten. Britt en ik hebben nog wel een handje geholpen met de kip kaal plukken en klaar te maken. Maar jeej wat een gedoe. Na ongeveer 1,5 uur gingen we richting ons huis met een kaalgeplukte kip in een zakje. Die avond hebben we de kip klaargemaakt maar we vonden het toch een beetje vies allemaal. Omdat we geen oven hebben konden we ‘m niet opvullen en in de oven stoppen. We moesten het vlees dus in stukje opsnijden en opbakken. Uiteindelijk hebben we alleen de kippenpootjes en kippenfilets gegeten. De rest hebben we maar niet opgegeten. Aangezien we er dus achter kwamen wat voor een werk dat het is om de kip te slachten en wat er allemaal bij komt kijken om een klein stukje vlees op je bord te krijgen, hebben we besloten om Angela tot de held van de kippen te benoemen. Wij (Britt en ik) hebben ervoor gekozen om de kip de kip te laten en zelf niet te gaan slachten. We hebben gezien hoe het moet, zijn ons bewust geworden van wat voor een werk het is om een stukje vlees op je bord te krijgen en we weten ook waar het spreekwoord: ‘Kippenvel’ vandaan komt.


Zoals jullie kunnen lezen in de blogs zijn we de afgelopen 3 maanden echt wel ingeburgerd in het Zambiaanse leven. Twee weken geleden vonden we het dan ook tijd om ook onze haarstijl aan te passen. De Zambiaanse meiden hebben over het algemeen hun haren plat gevlochten op hun hoofd. Tussen deze haren word dan nep haar gebruikt waar ze vaak vlechten van maken. Dus gingen we naar de kapper, we wilde onze haren ook laten invlechten. Het was vooral pijnlijk maar we zeiden: ‘Wie mooi wil zijn moet pijn leiden’. Maar mooi werd het niet… Dus alle pijn voor niets… Nowja voor niets? De lokale bevolking vond het helemaal geweldig. Er werd dan ook vaak geroepen: ‘African girls you look nice!’ Na een aantal dagen was ik het kapsel wel moe, het begon te trekken op mijn hoofd. Alles ging er dus maar uit. Een bos krullen bleef achter maar deze verdween gelukkig naar een uitgebreide koude douche.


De laatste 16 dagen zijn ingegaan. We hebben het nog vrij druk, alhoewel we de meeste projecten al afgesloten hebben. We zijn nu vooral druk bezig met de documenten die we moeten maken voor school etc. Beetje saai maar helaas hoort dit er ook bij. Wat ik nu af krijg hoef ik straks als ik in Nederland ben niet meer te doen. Ik denk namelijk dat ik dan er al helemaal geen zin meer in heb…


Naast deze saaie dingen genieten we natuurlijk nog volop van de tijd hier. Zo zijn we afgelopen weekend zonsopgang gaan kijken, zijn we nog een keertje op stap geweest en komend weekend gaan we naar het mooiste wildpark van Zambia. Volop genieten dus, alhoewel ik wel steeds meer uitkijk om thuis te komen…


Hopelijk genieten jullie net zo van het mooie leven als dat ik hier in Zambia doe en gaat ook daar alles goed…


Heel veel liefs,


Xx. Tanja

Reacties

Reacties

hvbnfdb

dfgevgefgfb im a niger

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!